zaterdag 29 september 2007

De doorlichting

Rapporten van de doorlichtingscommissie onderwijs

Van een krant die zichzelf ernstig noemt, verwacht ik niet langer berichten over onderwijs die voorzien worden van kritisch commentaar..Hoe is het immers mogelijk “uittreksels” uit scholenrapporten te publiceren zonder een inleiding waarin een aantal kritische vragen gesteld en toegelicht worden?

Hoe gaat de doorlichtingscommissie concreet tewerk?

Wie zetelen in die commissie en hoe worden de leden ervan aangesteld? (zijn het politieke en/of benoemingen gesteund op favoritisme, worden bij voorkeur directieleden weerhouden of bij uitstek leraars die op de werkvloer een uitzonderlijk goede reputatie opbouwden zowel bij leerlingen als collega’s ? Worden ze gescreend op vooral, om niet te zeggen uitsluitend, encyclopedische kennis van de onderwijsdecreten of wordt ook ernstig en deskundig gepeild naar wijs inzicht in het complexe onderwijsgebeuren ...?)

Gebeurt de doorlichting van de respectieve vakken altijd door vakdeskundigen of slechts sporadisch? Kan het bvb dat het vak aardrijkskunde beoordeeld wordt door een deskundige in biologie, het vak geschiedenis door een romanist...? Kan het dat een school met vooral klassen met alfavakken een team ziet binnenstappen met vooral deskundigen in die vakken en uiteraard een uitgebereid lovend rapport mag verwachten terwijl een school die vooral bètavakken aanbiedt van datzelfde team eerder een rapport in mineurtoon verwacht...? (Bij de aankondiging van een doorlichting is de eerste vraag die de meeste scholen stellen inderdaad “ wie zetelen in het team en wat valt er bijgevolg al op voorhand te verwachten.’..?)

In welke mate wordt met rekenmachine in de hand de kwaliteit van lessen uitgedrukt in een balans van de mogelijk te bereiken Eindtermen + VOETEN en de effectief bereikte? Worden met andere woorden complexe gegevens uitgedrukt in wiskundige termen die weinig nuances toelaten?

Een vraag die zeker moet gesteld worden. Kan een school zomaar resultaten van oudleerlingen opeisen? Is er in dat geval geen sprake van schending van de privacy? Of wordt dat niet in aanmerking genomen teneinde de reputatie van een school in de verf te kunnen zetten?

Nog een veel belangrijker vraag : wie zetelen in de leerplancommissies? Hoe worden hier de leden aangesteld? Van sommige commissies is algemeen geweten dat ze in meerderheid bevolkt zijn door handboekenschrijvers en die streven uiteraard ook mercantiele doeleinden na.Wordt dit regelmatig gecontroleerd en zo ja, door wie?

Tenslotte dringt zich toch ook de vraag op of en in welke mate de publicatie van een scholenrapport doorgedrukt werd door dezelfden die er op uit zijn een ranking van hogescholen en universiteiten te etaleren en dus onderwijs bekijken als een geheel van concurrerende ondernemingen en dat op alle niveaus ( Ook toen de ranking van onze universiteiten op wereldschaal in deze krant werd bekend gemaakt hebben we weken moeten wachten vooraleer de krant De Standaard het de moeite vond zijn lezers in te lichten over de manier waarop die ranking gebeurt...Een onderschatting zowel van de geletterdheid als van de kritische geest van die lezers...)

Wanneer alarmerend wordt medegedeeld dat een aantal beginnende leraars na korte tijd afhaken dan doet een journalist niet eens de moeite te onderzoeken of de betrokken leraars wel vakdidactisch waren opgeleid en of ze de vakken gaven waarvoor ze deskundig zijn.Een negatief antwoord op deze vragen verklaart op zich al waarom ze waarschijnlijk door de leerlingen zelf uit de klas worden gebannen.

Niemand, ook scholen en leraars niet, betwisten dat ook het onderwijs moet geëvalueerd worden maar weinigen aanvaarden terecht dat dit uitsluitend of toch in aanzienlijke mate op dezelfde wijze gebeurt als in de filialen van een groot commerciëel bedrijf.Onderwijs is méér dan een bedrijf dat alleen maar op winst uit is want hier komen mensen op de eerste plaats zelfs al moet dit soms tenkoste van die winst.

Verwijzen voor wat de evaluaties betreft naar Angelsaksische landen is totaal onaanvaardbaar want in die landen hebben private, niet door de overheid gesubsidieerde scholen,een belangrijk aandeel in het onderwijsaanbod .Die scholen bieden aan elites een vorming die hen sowieso toegang verleent tot elitair hoger onderwijs voor zowel superbegaafden als voor superrijken.

Geen opmerkingen: